Future of Energy in Europe

Het ongemak neemt in Duitsland toe, naarmate de voltooiing van de Nord Stream 2 nadert

Nord Stream 2 wordt alsmaar probleematischer voor Duitsland in zijn relaties met de oostelijke buren zowel binnen als buiten de Europese Unie.

De pijpleiding Nord Stream 2, dat rechtstreeks Russisch gas via de Baltische Zee naar Duitsland zal leveren, moet eind 2019 voltooid zijn, maar krijgt steed meer kritiek van de Europese Commissie, de Verenigde Staten en de landen van Midden-en Oost-Europa, met name Polen, de Baltische Staten en Oekraïne. De tegenstanders van het project vrezen dat de pijpleiding Europa kwetsbaarder zal maken voor Rusland en de hefboomwerking van de Westerse mogendheden zal verminderen in hun pogingen om verdere Russische agressie tegen Oekraïne te voorkomen.

Terwijl bondskanselier Angela Merkel het project al lang steunt, lijkt er nu vanuit Duitsland steeds meer tegenstand tegen het Nord Stream 2 project te zijn.

Op 7 september zei de president van de Bondsdag, het Duitse parlement, in een opiniestuk geschreven voor het invloedrijke dagblad Die Welt dat de aanleg van de aardgaspijpleiding het vertrouwen onder de Duitse buren had vernietigd.

“Het overzien van de standpunten van onze oostelijke buren is niet één van de hoogtepunten van de Duitse politiek en heeft veel vertrouwen vernietigd, “zei Wolfgang Schäuble, lid van an mevrouw Merkel’s Christen Democratische Unie (CDU).” We dragen allemaal de verantwoordelijkheid voor een gemeenschappelijk Europa: in Berlijn en Parijs evenals in Warschau en in Boedapest.“

Berlijn heeft Nord Stream 2 al lang gerechtvaardigd door te beweren dat de afhankelijkheid van Rusland niet anders dan de afhankelijkheid van Oekraïne zou zijn, dat momenteel de doorvoerroute voor bijna 40 procent van de Europese gasimport beheert, waarbij het land voor ongeveer drie procent op doorvoerrechten vertrouwt van zijn nationale BBP.

De indrukwekkende start van de jonge nieuwe president van Oekraïne, Volodymyr Zelensky, die de verdere integratie van Europa en de NAVO tot één van de hoekstenen van zijn presidentiële programma heeft gemaakt, en het vasthouden aan ongebreidelde corruptie, heeft echter een deel van die angsten weggenomen.

Tijdens een bijeenkomst in Warschau op 31 augustus prees de Poolse president, Andrzej Duda, zijn Oekraïense tegenhanger als een ‘president met een open geest en die wil dat zijn land deel uitmaakt van een vrije wereld, de democratische wereld’. President Duda zei ook dat Polen wil dat Oekraïne “dichter bij de Europese Unie is en dichter bij de NAVO staat” en bevestigde opnieuw de terugkeer van de Krim en impliceert dat de voltooiing van de Nord Stream 2 een bedreiging voor de stabiliteit van Oekraïne zou kunnen zijn.

Aan de andere kant van de Atlantische Oceaan, kondigde, op 2 september, de Republikeinse senator Ted Cruz aan dat de Verenigde Staten nog steeds de mogelijkheid hadden om de aanleg van de pijpleiding te stoppen.

Senator Cruz is de sponsor van een wetsvoorstel dat, indien uitgevoerd, sancties zou opleggen aan schepen die Rusland helpen met het leggen van de pijpleiding, evenals aan de bouw van het TurkStream-project, dat Russisch gas naar Europa over de Zwarte Zee en via Turkije zal brengen.

Het volgende slagveld is Denemarken: het land moet nog de vergunningen afgeven die nodig zijn voor de Nord Stream 2 om toegang tot zijn wateren aan de Baltische Zee te krijgen die binnen de geplande route van de pijpleiding vallen. De vertraging kan ertoe leiden dat de pijplijn – die ongeveer 75 procent voltooid is – pas laat 2020 of zelfs 2021 operationeel is, lang nadat de huidige doorvoerovereenkomst tussen Rusland en Oekraïne afgelopen zal zijn.

Dit zou Rusland op zijn minst dwingen een nieuwe transitovereenkomst met Oekraïne overeen te komen, waarbij de laatstgenoemde wordt gekocht.

Het zou ook de Duitse tegenstanders van de Nord Stream 2 de mogelijkheid kunnen bieden om zich te hergroeperen vóór de federale verkiezingen die 2021 zullen plaatsvinden. Annegret Kramp-Karrenbauer, de CDU-leider en waarschijnlijk volgende kanselier, gaf eerder dit jaar toe dat zij het project “niet in het hart draagt”. De meest waarschijnlijke coalitiepartners van de CDU na de verkiezingen, de Groene Partij, zijn ook felle critici van het project.